SPEECH: 10 JAAR READ MY WORLD

Willemijn Lamp / foto: Jan Boeve
Door: Willemijn Lamp
UITGESPROKEN OP 31 JULI 2022 IN DE TOLHUISTUIN
Eerst: Dank dat jullie hier allemaal zijn, hartje zomer, niet op vakantie, maar gewoon hier in Amsterdam op de eerste dag van de Pride. Het betekent veel voor ons, jullie hier allemaal te zien. Misschien waren enkele van jullie vandaag op de Boekenmarkt (-wie was er vandaag ook al op de Boekenmarkt?).
We hebben jullie vandaag uitgenodigd omdat we straks op 1-2-3 september de tiende editie van het Read My World festival vieren. Omdat we tijdens het festival vooral in de werkmodus staan om onze gasten, de artiesten en het publiek, zo goed mogelijk te ontvangen, dachten we nu toch even een moment te pakken met jullie, oud-medewerkers, ambassadeurs, partners, vrienden en collega’s om even stil te staan bij wat het betekent om 10 jaar lang te bouwen aan nieuw festival. Ik wil ik jullie graag meenemen in enkele sfeerbeelden die bepalend zijn geweest voor de ontwikkeling van het festival.
2010: Nieuw Jaar in Ramallah, waar ik de dichteres Asmaa Azaizeh leerde kennen en ik een mini-college kreeg over de impact van de hedendaagse poëzie in Palestina. Ik was zeer onder de indruk van haar en ik vroeg haar naar waarom zij dacht dat het vooral de ‘resistance-poetry’ was die we in het Westen in vertaling kenden en niet de poëzie waar zij me over vertelde, de poëzie die over meer gaat dan enkel de Palestijnse strijd en het verlangen naar een vrij land, maar poëzie die het leven viert, speels was en ondeugend. Haar antwoord: dat komt omdat jullie graag het beeld dat jullie van ons hebben graag steeds opnieuw bevestigd willen zien en daarom ook enkel het werk doorlaten waarvan jullie denken dat tegemoet komt aan dat beeld.
Een idee was geboren: wat als een publiek in Nederland zou kennisnemen van haar smaak, het werk van haar vrienden en mensen die ze bewonderde, van haar inzichten en eerlijkheid zou proeven, zou er dan niet een schatkamer opengaan aan nieuwe stemmen, stijlen en verhalen die onderbelicht bleven, hier in Nederland? En dat allemaal zonder de ‘gatekeeping institutions’ zoals een ambassade, een NGO met een agenda, een agentschap, een Nederlandse uitgeverij, of een toonaangevende boekenbeurs waar de hele Westerse uitgeefindustrie zich manifesteert?
We hoefden niet from scratch te beginnen: samen met SLAA, Stichting Perdu, School Poëzie en deze locatie de Tolhuistuin als co-founding partners van Read My World begonnen we aan de reis.
Flash forward naar september 2013. Stel je voor: deze flats achter me stonden er nog niet, de Van de Pek buurt was nog donker met alleen een avondwinkel, de kleine huisjes ‘Bed en brek in van der Pek’ deden dienst als gastenverblijf voor onze eerste lichting internationale artiesten, uit Palestina en Egypte. In deze tuin stond een grote tipi-tent als hoofdpodium, een kleine yurt en het tuinhuis hier achter me stond er al wel, maar zag er ook heel anders uit. Het paviljoen was nog volop in verbouwing en een absolute no go area. Het regende pijpenstelen, dat hele weekend, zanger Typhoon, op het punt van zijn doorbraak, deelde het podium met Frank Boeijen én Tariq Hamdan, een Palestijnse dichter die een dag later door een wesp in zijn oog werd gestoken en door medeoprichter van het festival Matthijs Ponte naar de eerste hulp werd gebracht. Het was kortom een bizarre rollercoaster, maar het was gelukt: het publiek was er, de programmering stond als een huis, onze gasten waren gelukkig en Asmaa was drie dagen lang, wellicht blauw van de kou, het stralende middelpunt.
We besloten door te gaan na deze editie, want de formule werkte, en zo volgden de afgelopen 10 jaar edities met curators uit- and bear with me, want ik noem nu alle namen: Suriname, (Sharda Ganga) Guyana (Ruel Johnson) en Haiti (Kettley Mars), Maleisie (Bernice Chauly) en Indonesië (Kadek Krishna Adidharma) Polen (Grzegorz Jankcowisz), Oekraïne (Iryna Vikyrchak), New Orleans (Maurice Ruffin en Shantrelle P. Lewis) , Turkije (Surreya Evren en Aylime Asli Demir), Marokko (Fedwa Misk en Mahi Binebine), Duitsland (Max Czollek, Hengameh Yaghoobifarah en Fatma Aydemir), Frankrijk (Rokhaya Diallo en Grace Ly) Belgie (Dalilla Hermans en Sulaiman Addonia)
Keer op keer bleef de vraag aan de curatoren, altijd uitgesproken en getalenteerde persoonlijkheden, hetzelfde: laat me door jouw ogen jouw wereld lezen, neem mensen mee die je bewondert en belangrijk vindt. Vertel ons welke thema’s je graag wil agenderen. Waar wil je het over hebben? Wij, hier in Amsterdam, garanderen een gastvrij onthaal, een inspirerende ontmoeting tussen je peers hier en een nieuwsgierig publiek, we vertalen je teksten, betalen je, maar we beloven geen gouden bergen.
Stiekem hoopten we natuurlijk wel van alles. We wilden een aardverschuiving teweeg brengen: de manier waarop literatuur gebracht wordt en wat voor literatuur doorgaat moest anders, namelijk: weg met de schotten tussen spoken word, storytelling, gedragen poëzie, muziek, theater, journalistiek, essays en proza. De manier waarop gesprekken gevoerd worden moest anders: weg met het twistgesprek, weg met de random talkshow-oneliners en meningen, maar ruimte voor een verdiepend gesprek waar stiltes mogen vallen omdat er daadwerkelijk geluisterd wordt. We wilden luikjes openen naar verhalen en talen die niet in het vizier liggen van de Nederlandse uitgeefindustrie, de geschiedenisboeken en media, maar altijd al aanwezig waren.
Voor ons was het al die jaren vanzelfsprekend om een veilige plek te creëren, nog lang voordat het begrip ‘safe space’ haar intrede deed, en dat zeg ik niet om onszelf op de borst te kloppen, maar wel om aan te geven waar het ons als festival om te doen is.
We geloven namelijk oprecht dat het fysiek samenbrengen van mensen, wereldwijd en lokaal en altijd meertalig, langs lijnen van goed geschreven teksten, even ontroerend als activerend, gebracht door mensen voor wie iets op het spel staat, bij kan dragen aan de persoonlijke ontwikkeling van iedereen die daarvoor open staat.
We zijn ervan overtuigd dat dit vooral goed werkt wanneer je je als initiator van dit verhaal voorneemt om dit alles te faciliteren en niet te regisseren onder het mom van een in steen gebeitelde artistieke visie, en zo iedereen mede-eigenaar maakt van wat we de afgelopen jaren hebben kunnen brengen. En met iedereen bedoel ik jullie, die hier nu voor ons staan: oud-en huidige medewerkers en supporters van het festival! Die 10 jaar zijn werkelijk voorbij gevlogen en ik kan niet wachten om ook de komende jaren met dezelfde toewijding verder te bouwen aan wat we gezamenlijk hebben neergezet. Maar eerst de aankomende editie van het festival, op 1, 2, 3 september! Hebben jullie al een kaartje gekocht?
Proost!