Nisrine Mbarki: Schrijfster, moeder.
Door Nisrine Mbarki
Nisrine Mbarki

Uitgesproken in het programma ‘Motherhood’ tijdens het Woorden van West festival 2022
Schrijfster, moeder.
U mag even door mijn ogen kijken: een kleine ruimte met vier rechthoekige ramen uitkijkend op een binnentuin, in de esdoorn voor het raam bouwen eksters hun nest.
Aan de muren hangen foto’s van mijn overgrootouders, Afrikaanse kunst van kunstenaars die ik bewonder en een tankha. Op het werkblad stapels boeken, vezels van palmen, droge boomvruchten en een art deco bureaulamp. Op de vensterbanken een monstera, een jasmijn, heel veel andere planten en een Dikke Van Dale. Een Marokkaans wollen Amazigh kleed op de vloer en nog meer boeken, een deel van mijn bibliotheek staat hier. Dit is een glimp van de plek waar mijn dagen zich afspelen. Susan Sontag zou zeggen: my library is an archive of longings. Een library is voor mij zoveel veel dan een verzameling boeken.
Op tien minuten afstand van deze plek woon ik met mijn kind in een klein, prettig appartement in een oude Joodse wijk in Amsterdam. Jaren geleden, toen mijn huis zich midden in de stad bevond, zei een goede vriendin dat ik bij mijn zoon inwoonde: over de vloer liepen spoorbanen, bruggen en allerlei andere houten bouwsels die mijn zoon had gemaakt. In een hoek van de woonkamer had ik mijn schrijfplek en mijn boeken.
Al ruim dertien jaar zorg ik in mijn eentje voor mijn kind, dat wil zeggen, ik draag 24/7 de volledige verantwoordelijkheid voor hem, in alle opzichten. Al deze jaren heb ik ook fulltime gewerkt. Ik heb hem regelmatig meegenomen naar voordrachten, theaterzalen, repetities, lezingen, scholen en vergaderingen. Collega’s keken soms vreemd op, maar de meesten begrepen de situatie en mijn zoon vermaakte zich prima. Ik heb ook 13 jaar lang heel veel laten liggen omdat ik alleenstaande moeder was en ben.
Ik herinner mij een van de laatste keren dat mijn zoon meeging naar een optreden. Het was op Poetry International, hij zat netjes in de zaal en maakte foto’s en filmpjes. Na het optreden kwam hij naar me toe en veel vrouwelijke collega’s maakten een praatje met hem. Soms vragen die collega’s me nog steeds naar dat jongetje met zwart lang haar. Dat jongetje is nu langer dan ik en heeft een eigen leven. Hij heeft meer fysieke en geestelijke ruimte nodig. Sinds de covid-periode heb ik weer een atelier, zoals ik dat vroeger ook had toen ik voor het eerst met een partner ging samenwonen en begreep dat ik alleen moest zijn om te kunnen schrijven.
Een paar jaar geleden voerde ik voor het eerst een gesprek met een bevriende mannelijke dichter over alleenstaand ouderschap. Hij was de eerste man die openlijk met mij sprak over de offers die je maakt als schrijvende alleenstaande ouder. P. noemde dat een ‘uiterst waardevol offer waar je achteraf met voldoening op terugkijkt’. Ik breng dat offer nog steeds en wellicht zal dat de rest van mijn leven ook zo blijven, en inderdaad: het is uiterst waardevol en een offer.
Mijn atelier bevindt zich in een schoolgebouw uit de jaren twintig. Het heeft ooit dienstgedaan als toiletruimte met meerdere wasbakken toen het gebouw krioelde van de kinderen en nu is het een geliefde plek die vol staat met alles waar ik gepassioneerd over ben of wat mij fascineert. Sinds ik deze ruimte heb, besef ik opnieuw hoe waardevol het is om a room (and money of my own) te hebben, zoals Virginia Woolf het zei.
Alleen, alleenstaand, alleenstaande moeder, lange tijd weigerde ik deze kwalificatie te gebruiken, omdat deze in onze maatschappij wordt geassocieerd met onbekwaamheid, armzaligheid en mislukking, allemaal zaken waarin ik mij volstrekt niet in herken. Tegenwoordig gebruik ik de term juist wel. Dat is nodig om het beeld dat men van alleenstaande moeders heeft te veranderen, om te laten zien dat clichébeelden uitsluiten, en om een gezicht te geven aan alle geweldige alleenstaande ouders, en vooral aan de kunstenaars, academicae en schrijfsters onder ons.
In mijn omgeving ken ik meer vrouwen die alleen kinderen opvoeden en dat verdomd goed doen. Wat ik niet heb noch had, zijn vrouwelijke kunstenaars als rolmodel die ervoor uitkomen dat ze alleenstaande ouders zijn. Alle vrouwelijke kunstenaars die ik bewonder, zijn kinderloos of hebben het stigma gekregen ‘slechte’ moeders te zijn. Vrouwen als Billie Holiday, Fatima Mernissi, Hannah Arendt, Susan Sontag, PJ Harvey, Virgina Woolf, Umm Kulthum, Camille Claudel en Ingrid Jonker. Als opgroeiende Nederlandse vrouw met Noord-Afrikaanse roots had ik zeker geen voorbeelden. Ik heb sterke, onafhankelijke vrouwen in mijn familie en om mij heen, maar geen succesvolle alleenstaande, ongetrouwde vrouwelijke kunstenaars. En ik moet helaas de pijnlijke conclusie trekken dat ik ze nog steeds niet heb. De prangende vraag is: waarom niet? Waarom is er geen ereplaats voor vrouwen zoals ik? Blijkbaar heeft de wereld bedacht en besloten dat je geen ‘goede’ moeder kunt zijn, geen goede alleenstaande moeder, en tegelijkertijd een succesvol kunstenaar, omdat het nog steeds niet conform de heersende dominante mannelijke norm is. Ik ben geenszins van plan mij daaraan te conformeren, zoals ik me überhaupt niet conformeer aan welke patriarchale conventies dan ook. F*** the patriarchy.[1]
Anno 2021 heersen nog steeds misogyne goden over de vele werelden waarin u en ik ons bevinden. Hoeveel beroemde kunstenaars of artiesten kent u? En hoeveel daarvan zijn vrouw? Zijn ze moeder? Alleenstaande moeder? I rest my case. Toni Morrison zegt: ‘There is no civilization that did not begin with art, whether it was a line in the sand, painting a cave or dancing.’ Dezelfde art werd en wordt ook door vrouwen gemaakt, al zijn we grotendeels uit historische verhalen en geschiedenisboeken gelaten.
In de ruimte waarvan u in het begin een glimp heeft kunnen opvangen omring ik mij door wat ik liefheb en waan ik mij totaal vrij. Ik moet eerlijk bekennen dat ik vaak op het lege blad, tijdens het tikken van de letters ongebonden ben. Mijn vleugels vouwen zich open, ik stijg uit dit menselijke lijf, verbreek alle regels en raak ik in vervoering. Op dat lege vlak ben ik vrij, vrij van rollen en verantwoordelijkheid, vrij van uw beelden, maatstaven en normen. Maar I’m not free while any woman is unfree, even when shackles are different from my own[2]. Het is tijd om grote vrouwelijke iconen te eren, het is tijd om onze moeders en grootmoeders de plek te geven die ze verdienen.
Ik roep alle godinnen uit de oudheden aan en spreek in naam van vele vrouwen, moeders en vrouwelijke kunstenaars: ik heet Nisrine Mbarki, ik ben schrijfster, ik ben dichter, ik ben vertaalster, ik ben kunstenaar, ik ben vrouw en boven alles ben ik moeder, alleenstaande moeder, amen!
Nisrine Mbarki
[1] Mona Eltahawy, ‘Civility Will Not Overturn the Patriarchy’, op Lithub. ↩
[2] Quote of Audre Lorde