Karin Karakaşlı: Joy & Sorrow

Karin Karakaşlı / Foto: Jan Boeve

Tekst: Karin Karakaşlı
Vertaling: Hamide Dogan
Uitgesproken tijdens RMW 2022
English translation

Soms kies jij een herinnering uit, soms kiest een herinnering jou. Wanneer je bewust besluit om in een oude jij te duiken is de herinnering al bevrijd van de ervaren rauwe pijn. Maar het geheugen neemt geen genoegen met dit comfortabele terrein. Vaak word je overvallen door een herinnering. Terwijl je er niet voor hebt gekozen om het je te herinneren en je het misschien actief uit de weg ging, drukt een herinnering, vastberaden om zich te wreken op het verwaarloosd of zelf ontkend te zijn, je ziel ineens geniepig in een hoekje. Ze duikt op met het spel van associaties en zintuigen. Een geur, een smaak, een lied, een woord, een nooit genomen foto die voor je ogen verschijnt. Gepaard met een tere pijn van een wond die je wilde vergeten.

Er is een lied dat gaat van ‘vergeet me niet/ dat je me niet kunt vergeten.’ Vergeet me niet zeggen is zowel een smeekbede als een verwensing. Het is de wens om een spoor achter te laten, de eis op het bestaansrecht van het geleefde. Want wanneer iemand je vergeet, word je gewist. En in stof veranderen is niet hetzelfde als een worden met aarde. Wanneer je wordt ontkend kun je niet sterven. Er wordt niet om je gerouwd, want je bestaan wordt verloochend.

God weet hoeveel herinneringen ik heb die me proberen te overmeesteren en waar ik me van wil bevrijden. Maar toch, als ze zouden voorstellen om bepaalde herinneringen te wissen zou ik er van geen een afstand willen doen. We leren nog het meest door pijn. Door rafelige fouten. Wanneer we met het beleefde, met de rauwe emoties, afrekenen en het aan onze levenservaring kunnen toevoegen, heeft het geheugen zijn taak volbracht. Dan is het nog maar een vertrouwde pijn. Ze leert ons en geneest.

Een wond legt je ervaringen vast. Ze toont niet enkel je pijn, maar ook je kracht. Sommige dingen zijn voorbij, sommige mensen zijn gestorven, dingen die je zo voor vanzelfsprekend nam dat je hun bestaan niet ter discussie zou stellen zijn verdwenen. In het eenmalige veranderen alle gedeelde ervaringen tot geluk dat je met verdriet doet glimlachen.

In ons land, dat zijn basis heeft in het uitwissen van zijn geschiedenis, is het collectieve geheugen een verzekering dat voorkomt dat we gek worden. Het registreert wie waarvoor gestorven is, wie door wie gedood is, welke dingen steeds weer terugkeren. Wanneer het gaat om je waarheid en rechtvaardigheidsgevoel is de enige optie die je nog hebt je ontfermen over je geweten dat soms je toevlucht is en soms je hel. Want wanneer je over een drempel bent, kantelt alles. Op sommige gebieden gaat het verleden niet voorbij en waan je je steeds te midden van spoken uit een voorbije tijd. Natuurlijk leef je je leven, maar het gevoel dat er ieder moment iets ergs kan gebeuren laat je nooit los. Zelfs wanneer je opgaat in de betovering van een moment en het uitschatert zul je denken ‘Wat heb ik toch veel gelachen’ en je er ongemakkelijk over voelen. Alsof een schaterlach een prijs heeft die je moet betalen. Alsof hij enkel is voorbehouden aan kinderen die zich kunnen verliezen in een spel.

Voor mij is het dagelijks leven zoiets. Een organisme dat gewoon begint en ieder moment kan veranderen in het buitengewone. Helaas betekent buitengewoon niet dat het om de geweldige betekenis van het woord gaat, maar om de griezelige vorm van een Noodtoestand. Dan heb je van die gelukkige momenten die je doen huilen, verdriet dat je doet lachen. Je bevindt je ergens tussen verdriet en vreugde, pijn en geluk. Je kunt huilen van dankbaarheid, wetend hoe bijzonder geluk is, en met de felheid van een onbeschrijflijke pijn ineens dubbel liggen van het lachen.

Wanneer je me vraagt wat ik in het leven heb geleerd, waar ik dankbaar voor ben, zou ik zeggen blij te zijn met de kleine dingen. Dat vreugde een excuus zoekt… Dat er gelukkige momenten zonder reden bestaan… Een bijzondere staat van verrukking zoals die van een ondeugende schoolspijbelaar, waarbij je je voelt alsof je je hebt verslikt in de zee, er lentebloemen in je zijn ontloken. Wat een beetje lijkt op verliefdheid. Wanneer ze je vragen wat er aan de hand is zeg je met een glimlach: ‘Niets, ik ben gewoon gelukkig.’

Als kind keek ik uit het raam en fantaseerde over een wereld die ik nog nooit had gezien. In die jaren had je van die met glitters bedekte kaarten met de kerstman erop. Een kerstman met bolle wangen en een warme glimlach, vrolijk gekleurde cadeaupakjes, een plein vol opgetuigde, met sneeuw bedekte bomen, een drukke markt, schaterlachende sleeënde kinderen, sokken vol snoepgoed die hangen boven een open haard met knisperende vlammen, donszachte dekens, engelen, sterren… Ik verzamelde die kaarten, wanneer ik me verveelde keek ik ernaar en verzon verhalen. Mijn enige wens was om een keer met kerst daar te zijn.

Het was een mooie wens. Jaren later zou ik meerdere keren als volwassene eind december daar zijn. De kerstmarkt is eigenlijk een wereld van kitsch. Maar deze tijdelijke paradijzen waar duizend en een verschillende keukens zich met elkaar mengen, waar de kou wordt bestreden met chocolademelk en glühwein, hebben iets te maken met geluk. Je herinnert je weer het belang van kleine dingen. Je kunt een praatje maken of niets zeggen. Omdat niemand zich ergens heen hoeft te haasten is er geen hiërarchie tussen kinderen, volwassenen of ouderen. Er is voor iedereen ruimte en tijd. Er is voor iedereen een aandeel in klein geluk…

Maar later bots je toch tegen de realiteit, tegen het panorama buiten het kaartje. Aan de voet van een kerk is er een hoekje ter nagedachtenis aan de mensen die zijn omgekomen bij de aanslag met een vrachtwagen op een 19 december bij een kerstmarkt. De bloemen zijn vers, kaarsen branden, pijn en verzet voor eeuwig. De grenzeloosheid van het kwaad is schokkend. Ook het onvoorstelbare van wat mensen elkaar kunnen aandoen. We weten van de afslachting van biddende mensen met feestdagen in moskeeën, van scholen en ziekenhuizen die zijn doorzeefd. Oorlog kent geen fronten. Ook geen veilige plek. Ook geen uitweg in de wereld van mensen die in haat ontsteken en hun eigen lichaam als wapen gebruiken voor een zelfmoordaanslag.

Dan is liefhebben een politieke daad. Toewijding een voertuig voor strijd. Je bent nu een strijder binnen een familie waarin je het leven van iemand raakt, waarin je zijn leven voor even mooier maakt met een goede daad zonder reden. Vastberaden om het leven te doen gelden.

Hopen vraagt op een vreemde manier om moed. Terwijl je als kind instinctief hoopte ontwikkel je met de tijd een pantser van terughoudendheid als bescherming tegen teleurstellingen. Maar hoop laat je niet zomaar los, geeft niet zomaar op omdat jij bang bent. Voor je het beseft voel je weer die bekende warme tinteling. En het volgende moment heb je weer hoop.

Bij hoop denk je aan vroeg ontluikende bloemen. Aan die arme ongeduldige zielen die zich  oor de gek laten houden door een kortstondige zon midden in de winter en zich openen om vervolgens te bevriezen. De mens is zo arrogant, we denken dat de natuur zich voor de gek laat houden. Terwijl die vroeg ontluikende bloemen zich niet voor de gek laten houden. Ze ontluiken willens en wetens. Het risico op bevriezing nemend. Omdat ze niet anders kunnen.

Hoop is precies dat. Niet anders kunnen. De sprong wagen zonder vooruit te denken. Eén worden met dat ene magische moment. Het moment niet voorbij durven laten gaan, omdat je niet weet wanneer de kans zich weer zal voordoen. Het verlies van hoop meer vrezend.

Niemand zal je redden. Jij zult tegenover je eigen ziel moeten staan. Om te zeggen: ‘O ziel, als jij het bent, klop dan drie keer op de deur.’ En precies op dat moment zul je een lachbui krijgen. Je zult jezelf bij elkaar rapen in dat tragikomische gebied waar lachen en huilen samen komen. Het beeld zal nooit meer heel zijn. In Japan repareren ze barsten in keramiek met gouden lak, zo wordt duidelijk waar je gebroken bent. En dat je bedekt bent met goudstof. Dat je de sporen hebt veranderd in iets eigens. Want ook dat van jou is een uiting van de term ‘onvolmaakte schoonheid’ wat wabi-sabi wordt genoemd. De filosofie die leunt op het idee van aan waarde toenemen vanwege de schade, eenvoud en ervaring. Daarom ben je voortaan nog mooier en meer waard dan je eerdere staat. Je bent iemand met een verhaal.

Je doet nu een wens. Je wilt een vallende ster op je kust. Op je liefde voor je wonderen. Omwille van ons lied. Een teken dat de routine doorbreekt. Zonlicht dat weerkaatst in de spiegel. Een leven met een verhaal. Vandaag, morgen, altijd…

Karin Karakaşlı