Roots!
Door: Babeth Fonchie Fotchind

Foto: Jan Boeve
Tekst: Babeth Fonchie Fotchind
Uitgesproken tijdens Roots! op Read My World 2022
Afgelopen februari was ik in Ghana. Het was de eerste keer dat ik terugkeerde naar het continent waarop ik ben geboren. Ik keerde niet terug naar het land waar ik ben geboren, Kameroen. Maar ook in Ghana hebben ze drukke markten waarop luidsprekende vrouwen varkenskoppen, verse okra, geroosterde suya en groene pepertjes verkopen. In Accra is de aarde net zo roestig als in Kameroen, ligt het asfalt om de paar meters open en rijden mensen alsof ze door bosgeesten gezegend zijn met twintig levens. Afgelopen februari was ik dus thuis op mijn continent. Een soort van thuis. In ieder geval dichter bij huis dan ik in lange, lange tijd ben geweest.
Ik wilde souvenirs mee naar huis nemen. Voor mijn beste vriend nam ik een beeld van een nijlpaard mee, wat symbool staat voor een grote stem. Iets waarvan ik weet dat mijn beste vriend die heeft, maar die nog niet altijd even sterk naar buiten komt. Misschien dat het nijlpaard dat extra duwtje kon geven. Voor mezelf kocht ik een kinderboek met als titel ‘Ghanaian stories for Children’. Er zat een verhaal in dat mijn moeder wel eens aan mij had verteld. Het verhaal gaat over de zussen Ngono en Anaba, die in een maïsveld werken. Op een dag vindt Ngono tweeduizend CFA, wordt plots moe en gaat zitten. Anaba gaat verder met maïs oogsten. Aan het eind van de dag treft Anaba Ngono op precies dezelfde plek, en vraagt aan Ngono of ze mee terug naar huis gaat, waarop Ngono antwoordde dat ze blijft zitten. Dankzij dit verhaal leerde ik al vroeg dat rijk zijn niet het belangrijkste en mooiste is in het leven. Want als je rijk bent, kun je lui worden en als je lui bent, dan maak je niets meer mee in het leven. En is dat niet pure armoede?
Dit was niet mijn eerste kinderboek met verhalen uit mijn geboortestreek. Nee, het eerste kinderboek – althans waarvan ik me het bestaan kan herinneren – kocht ik een paar zomers geleden in Parijs. Ik liep langs de Seine en de vele boekenkraampjes. Ik was druk in gesprek met de mensen met wie ik was, maar was eigenlijk vooral gericht op het meisje dat een deel van mijn hart had gestolen. Tot een van de boeken bij een kraampje om mijn aandacht schreeuwde, alsof het boek mij naar zich toetrok: ‘ Mille ans de contes Africaines’. In het boek staan dieren en magie centraal om het kinderbrein te prikkelen, te plezieren en levenslessen mee te geven.
Ook in mijn werk heeft mystiek een grote rol. Een deel van mijn literaire werk gaat vooral over hoe ik ondanks de weinige herinneringen aan mijn vaderland, het in mijn werk toch een vorm probeer te geven. Ik creëer mijn eigen Kameroen. Het is een land waar mystiek de werkelijkheid vormt: oma van vaderskant geeft het kleinkind een kip bij de geboorte en als een kind gay is, dan wordt daar voodoo op losgelaten. Ik probeer met mijn werk deze magie te combineren met de kleinere vragen in het leven: bijvoorbeeld of ik wel een relatie aan wil gaan met een meisje dat de ochtend schuwt.
Wat die alledaagse vragen betreft; die doen me denken aan werk ‘Ambulance’ van schrijver Johan Harstad. In deze verhalenbundel lopen de personages uit de verschillende verhalen elkaars leven in en weer uit. Allen wonen ze in een stad waar de sirenes van de ambulances nooit uit lijken te gaan. Het ene personage is een therapeut met veel emotionele bagage en een ander personage is een B-merk-airbag-verkoper. Ik vind het knap hoe Harstad een diepe inkijk geeft in de meest gedetailleerde gedachten en gevoelens van de personen tegen een achtergrond van grotere thema’s zoals dood en ziekte.
Tegelijkertijd blijk ik een maximum behoefte te hebben aan inkijk, want Harstads bestseller Max, Mischa & het Tet-offensief, een boek van ruim 1200 pagina’s, kreeg ik niet verwerkt. Ik heb me afgevraagd waar dit mee te maken heeft. Want er wordt veel gedacht en gevoeld in het boek, zoveel dat het voelt alsof ik in de huid van het personage Max kruip. Iets wat ik normaliter juist prettig vind tijdens het lezen van een boek. Ik kwam tot de definitieve voorlopige conclusie – definitief voorlopig omdat ik niet verder ben gekomen dan pagina vijftig en ook niet verder ga lezen – dat Max zoveel denkt over het heden en terugblikt op het verleden, dat hij vergeet te leven. Of dat Harstad vergeten is Max te doen leven.
In mijn werk probeer ik vast te houden aan het tegenwoordige leven, aangezien dat het meest concrete is wat voorhanden is. Juist omdat magie abstracter kan aanvoelen, en Kameroen zo ver en het meisje dat ik leuk vind nog niet de mijne is en dat misschien nooit gaat zijn, probeer ik elementen uit de tegenwoordige realiteit in mijn werk te verweven.
Ik ruim met regelmaat mijn boekenkast op. Een stapel met boeken die ik nog moet lezen, de rij met dichtbundels – zowel gelezen, herlezen als ongelezen – laat ik altijd staan. Net als de informatieve en prozaïsche boeken die op mij een stevige indruk achterlieten. De boeken die ik in Ghana en Parijs kocht behoren tot die laatste categorie. Maar ze behoren ook nog tot een andere boekenkast, namelijk die in mijn hoofd zit. In mijn hoofd heb ik een boekenkast die volstaat met verhalen die mijn gevormd hebben. Naast die aangeschafte fysieke boeken, zijn het eigenlijk vooral mondeling door mijn moeder overgebrachte verhalen. En haar woorden zitten – na vaak herhalen – nu inmiddels in mijn vezels.
Een van mijn moeders verhalen gaat over Elizabeth, de vrouw in het dorp wiens man is ‘afgepakt’ door hun knappe, jongere en zeer begeerde buurvrouw Lindu. De nieuwsgierige Elizabeth maakt een klein gaatje in de muur om Lindu en haar ex-echtgenoot af te luisteren. Omdat Elizabeth Lindu wil straffen, bezoekt ze een magiër. Daar koopt Elizabeth een speciaal klein wit muisje met oogkapjes op, dat ze bij thuiskomst zonder oogkapjes onder de deur van Lindu laat glippen. Degene die in de ogen van dit muisje kijkt, krijgt binnen tien tellen witte haren, een gerimpelde huid en kraaienpootjes. De ouderdom kruipt ook in de plots krakende botten van het slachtoffer en de getroffene verliest diens stem.
Elizabeth besluit een dutje te nemen om zo de tijd te overbruggen tot Lindu thuiskomt en is getransformeerd. Maar wat Elizabeth in al haar jaloezie is vergeten, is dat er die dag een paar kilometer verderop een groot feest is waar alle dorpsgenoten heen gaan. Zo ook Lindu, die pas een paar uur later luid lachend de sleutel in het sleutelgat stopt. Genoeg tijd voor het muisje om het door Elizabeth gemaakte gaatje te vinden en zo van Lindu’s huis naar Elizabeths slaapkamer te gaan. Elizabeth schrikt wakker van het gelach van Lindu en wanneer ze haar ogen opent staat ze oog in oog met het kleine witte muisje.
Dankzij dit verhaal leerde ik dat je geen wrok moet koesteren, want je snode plannen kunnen zich zomaar tegen je keren.
Trouwens, een boek dat geen plekje meer heeft in mijn kast, is Harstads Max, Mischa & het Tet-offensief. Dat boek heb ik uitgeleend aan een collega. En wat mij betreft mag die uitleen definitief zijn.