Brief uit Istanbul
Tekst: Süreyyya Evren
Illustratie: Ada Güven
Süreyyya Evren (1972) writes on contemporary art, political theory, daily life and literature. He is the author of several books in Turkish, including the recent novel Yakınafrika (Nearafrica, 2018), a collection of short stories entitled Evsel Dönüşüm (Domestic Transformation, 2019) and a new collection of essays on contemporary art entitled Kırılgan Kitap (Precarious Book, 2019). He works as editor at Arter since 2016 and was one of the curators of Read My World in 2018.
Ada Güven werd in 2002 geboren in Istanbul. Ze won schilderwedstrijden voor middelbare scholieren en publiceert haar werk in nationale satire- en humormagazines. Ze schrijft en illustreert teksten vanuit quarantaine in Istanbul.
De twijfelachtige 16e kikker
Ik heb geen hoop meer. Ik kom nooit uit deze maag.
Als het al lukt, zal ik niet meer dezelfde kikker. Zijn. Op het toneel.
Ik zal altijd de vergetene blijven, zelfs wanneer ik word herinnerd
Altijd een korst van verdenking, op mijn huid. Norton heeft doorgeslikt
Precies 16 kikkers, kleintjes, die dag. Een voor een. Niet geraakt.
Eentje heet jij. Toen spuugde hij ze er weer, uit een voor een. Wat een lichaam
Wat een ego. Doorslikken, en uitspugen. Wat een vaardigheid.
Jij bent vergeten, peinsde ik. Bleef je achter in zijn maag? Binnen?
Het is een koele herfstdag, buiten. In de nek van de man voor me
Roos. Als stof. Beangstigend wit. Het applaus is voor de naakte
Soldaat die op het laatste moment naar buiten komt. Een provocerende kikker.
“Het applaus is voor de naakte soldaat die op het laatste moment naar buiten komt.”
Die over grenzen gaat. Een indringer. Ben jij dat? Achterdochtig, behaard, van de primitieve soort.
Nog een lijk op het wateroppervlak, de hele rivier lang. Veel zoetzure momenten
Tel druppels in het water. Tel opnieuw, tel, zoek overal zegt Norton, snel
Zou hij het podium op zijn gevlucht? Misschien zit hij niet in me
Heb ik enkel verkeerd geteld. Wie weet welke slachting, welk haastig rennen, welk
Moeraszinken, in totaal 16 kikkers. Ik heb ze doorgeslikt, schaduwen die bewegen
Stemmen, onderbrekingen, ja, ik telde opnieuw en spuugde er slechts 15 uit
Applaus, pelerines capes, een groet, het enige kind dat ontkwam aan de slaag van de directeur die dag,
De niet geraakte, enige soldaat die zelfs na een schot herrijst, breng me naar de eerste hulp
Kikkerslikker Norton, brengt zijn staf omhoog, voor hij iets kan zeggen
Mensen die gaan zitten of staan, bewegende dessins, meneer, uw staf
Volgens plan, uw zweet, roos op uw schouders, de herhaling in uw
Strot, een voor een, of eigenlijk daalden ze eerst, ja, in een keer
Groeiend ontzag en een pruttelen, een kikker, wat een show
Nog een kikker, kijk dan, net snoepjes, slechts
Een voor een slikt hij ze door, slikt ze door, voor onze ogen, jij bent daar
Dan is de beurt om ze weer uit te spugen, een voor een, sommige dingen
Echte kikkers, uit de keelholte, uit de maag, wat een spieren, wat een reflexen
Een-voor-een-buitelingen, echt en in een geheel, misschien komt je bewondering
Er weer uit, kwakend, voor ons, misschien is het je meesterschap
Kijk: de kunst om iets uit de keel te herroepen, ervan afzien
“Kijk: de kunst om iets uit de keel te herroepen, ervan afzien”
Ze daar houden, slikken spelen, herroepen, het kan ook een naald zijn
De kikkers, hoe diep dalen ze, welke weg leggen ze af, geen idee
De show is voorbij, we verdrinken in applaus, mijn mond vol roos
Bezweet en vol gekwaak, we verwelkomen de heilige dans, misschien is het walging
Terwijl hij, zijn gezicht ziet grauw, zonder dralen backstage gaat
Hij hoort geen applaus, heeft geen weet van onze gebeden, in zijn buik
Vol twijfels: is de 16e kikker in mijn buik achtergebleven, ik heb geteld
En geteld, 15 in totaal, heb ik goed geteld, het team, op het podium, misschien
Nerveus, ogen wijd open, handen en armen, we tellen
De kikkers, wees zeker, wees absoluut zeker, kan iemand een kikker gestolen
Hebben, want dit zijn er zeker 15, of ergens verstopt, je weet het zeker
Toch, weet je het zeker, stemmen die zeggen snel naar het ziekenhuis snel, snel!
Is de meesterklus toch niet tot in perfectie geklaard en is alles, verpest?
Noah wist het, al bij het eerste samenzijn, heb ik nog een
Kikker uitgespuugd of is er een achtergebleven?
Houdt hij de tel bij? Is het gedicht op zijn plaats? Liep hij leeg in mij?
Je telde schapen voor je in slaap viel en toen je viel, vreemd
Een van de schapen bleef alleen op. Ze zijn bedekt met mos
Nu de 15 levenloze kleintjes op het toneel, beelden van steen, heb je het gehoord
Ze veranderden braaf in kikkerkitsch, de 16e kikker is in leven
In Nortons maag, wacht hij om gelaafd te worden, gelouterd, alleen jij
Op weg naar het ziekenhuis, onderweg, je gooit toch een muntje op, als het
Munt is, die 16e kikker, die mogelijke-ik, bij alle mogelijke 15 keer kop
Heeft hij het hele pakhuis doorkruist, liften tussen zijn vingertoppen gehad
Het gonzen van de aarde, zijn leegte, de mogelijkheid van schrijven en bijten
Nu hij in de maag blijft zal de rest bevriezen, stilstaan
Het is de zelfverwezenlijking van de 16e kikker, zijn lust voor het bestaan, zegt Norton
Hij was degene die bleef proberen, anderen liet zijn, die opgaf en weer begon
Hij dwong mij, hij dwong me om hem te laven, in de maag, dat weten jullie
Hij zegt onderweg, we helpen eraan mee, zelfs jij, helpt mee
We staan erbij, en de 15 andere mogelijke levens zijn versteend in de salon;
Ik heb niet verteld over de salon, sorry, in de grote salon, eindeloos als restjes op een bord.
Süreyyya Evren
Vertaling: Hamide Dogan
-
Brief 1 uit New Orleans
Maurice Ruffin > -
Brief 2 uit Haifa
Asmaa Azaizeh > -
Brief 3 uit Parijs
Rokhaya Diallo > -
Brief 4 uit Suriname
Sharda Ganga > -
Brief 5 uit Maleisië
Bernice Chauly > -
Brief 6 uit Berlijn
Max Czollek > -
Brief 7 uit Rome
Donatella Della Ratta > -
Brief 8 uit Brussel
Sulaiman Addonia > -
Brief 9 uit Istanbul
Süreyyya Evren > -
Brief 10 uit New York
Vladimir Lucien >