Brief uit Maleisië
Tekst: Bernice Chauly
Illustratie: Charis Loke
Bernice Chauly is een Maleise schrijver, dichter, docent en curator. Ze schreef zeven boeken, zowel proza als poëzie, en is de oprichter van de KL Writers Workshop.
Charis Loke is een illustrator en redacteur uit Penang, Maleisië. Ze vertaalt de wereld waarin we leven in beelden en kaarten. www.charisloke.com.
Beste lezer,
Ik zou me graag inbeelden dat je er bent, wachtend op een teken van leven. Ik kan eerlijk zeggen dat de afgelopen zeven weken op zoveel onzekere manieren onvoorstelbaar zijn geweest. Laat me beginnen.
Taal is niet naar mij gekomen, maar ik ben naar haar gekomen, kruipend als een klein kind, kijkend onder dingen, hoeken, met mijn vingers op zoek naar vonken, naar zachte, buigzame dingen, naar geluid. Mijn keel is dichtgeknepen, ik begrijp de woorden die uit mijn mond komen niet meer en daarom ben ik niet in staat om te spreken. Het lijkt erop dat ik de zin niet kan zien, noch haar woordenboog, haar achteroverleunende rug. Wellicht moet ik leren om in het donker te kunnen spreken?
“Wellicht moet ik leren om in het donker te kunnen spreken?”
Weet dat ik vaak en graag aan je heb gedacht, maar wanneer de uren in elkaar vloeien ben ik niet in staat om te weten wanneer dag in nacht omslaat, omdat mijn dagdromen en nachtdromen samenstromen tot een grote, gloeiende bal. Is de zon er nog? Ik droomde vannacht over een rode fiets, die ik door een dorp met eindeloze bruggen bereed, een beetje zoals toen ik voor de eerste keer verdwaald was in Amsterdam, maar er waren geen mensen, de grachten hadden ogen en roken naar limoen.
Mijn buren laten soms dingen voor mijn deur achter. Een trosje druiven, een paar feloranje sinaasappels, een knots zachte kaas met roggebrood. Natuurlijk desinfecteer ik alles. Mijn ogen zijn overweldigd door het vele uren schermkijken en ik eet alsof ik verdoofd ben, mijn vingers scheuren het brood en leggen de kaas erop. Ik kijk films uit mijn kindertijd, ik neurie mee met de liedjes die erbij horen, ik huil in mijn shirt en denk aan mijn dode vader. Hij was ook al lang.
Ik droom van enorme maaltijden waarvan ik weet dat ik ze niet kan bereiden. Mijn tanden kraken de schaal van een krab, een kreeft, dikke garnalen. Rode schelpen. Ik zuig op de witte stukjes vlees die vastzitten in de kiertjes, ik steek mijn tong in ledematen, ik pers ze uit met mijn tanden, slurp en plaag met mijn tong. Ik beeld me de zoete, zilte, zoute sappen in. Ik kwijl in mijn slaap en word hongerig wakker.
Maar ik denk niet alleen aan schaaldieren, ik denk ook aan vleermuizen en kwallen en bomen. Bomen, het meest van al. Ik wil de geur inademen van bladeren en een stevige bast, mijn vingers over de schors laten glijden. Mijn ogen sluiten, voorover leunen en mijn hart tegen de schors drukken. Dan zal ik mijn handen om de stam slaan en mijn wang ertegenaan duwen, de ruwheid in mijn kaak voelen drukken. Ik zal nog harder duwen en de afdruk in mijn vlees voelen. Dan zal ik mijn andere wang toekeren. Ik denk aan die prachtige boom in Congo Park in New Orleans, herinner je je die keer nog? Ik herinner me hoe ik de structuur voelde, de geur van geschiedenis rook in zijn holle plekken, zijn dikke, heilige wortels streelde. Mijn vrienden, ze lachten me uit. Eentje nam een foto van me. Wist je dat bomen voor elkaar zingen?
“Ik zal de pen weer oppakken, dat beloof ik, maar eerst moet ik deze nieuwe taal leren, omdat ik op dit moment zonder een zeker vermogen zit. Ik moet opnieuw leren spreken. Snap je dat?”
Weet dat het wel goed met me zal komen, dat ik me er binnenkort aan zal wagen om te schrijven over alle vreselijke dingen die buiten plaatsvinden. Over de vluchtelingen op zee, over de opgesloten kinderen, over de mensen met honger, het nu en de vele doden.
Ik zal hier nog een lange tijd blijven. Want tijd is alles dat ik heb. Ik zal proberen haar nieuwheid te ontrafelen, haar betekenis te ontdekken, haar bolling, haar taal, haar geur, haar geluid horen, haar wil vinden, haar verlangens, haar mislukkingen, haar nieuwe horizonnen volgen. Ik zal de pen weer oppakken, dat beloof ik, maar eerst moet ik deze nieuwe taal leren, omdat ik op dit moment zonder een zeker vermogen zit. Ik moet opnieuw leren spreken. Snap je dat?
Mijn beste lezer, voor nu, en voor nu, doe ik je mijn lieve groeten, in deze enge tijd hoop ik dat je in mijn woorden een belofte zult vinden, weet dat dit wellicht het enige is dat me zal redden en dat ik met vreugde kan zeggen, dank je wel en dank je wel, omdat je hier bent, in deze wereld.
In afwachting,
B
Vertaling: Nadia de Vries
-
Brief 1 uit New Orleans
Maurice Ruffin > -
Brief 2 uit Haifa
Asmaa Azaizeh > -
Brief 3 uit Parijs
Rokhaya Diallo > -
Brief 4 uit Suriname
Sharda Ganga > -
Brief 5 uit Kuala Lumpur
Bernice Chauly > -
Brief 6 uit Berlijn
Max Czollek > -
Brief 7 uit Rome
Donatella Della Ratta > -
Brief 8 uit Brussel
Sulaiman Addonia > -
Brief 9 uit Istanbul
Süreyyya Evren > -
Brief 10 uit New York
Vladimir Lucien >